Heup

 = Er is sterk positief bewijs  = Er is geen, te weinig, zwak, sterk neutraal en/of tegenstrijdig bewijs  = Er is sterk negatief bewijs
Klik op de links voor meer uitleg, conclusies van de auteurs, gebruikte literatuur en methodologische kwaliteit van de literatuur

Test Sensitiviteit Specificiteit Validiteit Interbeoordelaars betrouwbaarheid Intrabeoordelaars betrouwbaarheid Beschrijving Beeld uitvoering Beeld positive test Zoek strategie Bijgewerkt
Intra-articulair
IROP (Intra-articulair overpressure test)0,910,18BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees04.01.2012
RSLR (resisted straight leg raise) /Stinchfield test0,01-0,590,32BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees04.01.2012
SCOUR test0,50-1,000,29-0,50BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees04.01.2012
FADIR (flexion-adduction-internal-rotation test)0,75-1,000,43Bekijk0,58BekijkLeesBekijkLees04.01.2012
Log-roll test0,30BekijkBekijk0,61BekijkLeesBekijkLees04.01.2012
McCarthy test0,43BekijkBekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees04.01.2012
Anterior impingement test0,50-1,000,10-0,88BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees04.01.2012
Impingement sign (flexion-internal rotation test)0,20-0,830,44BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees04.01.2012
FABER/Patrick's test0,41-0,970,18-0,25Bekijk0,63BekijkLeesBekijkLees04.01.2012
Extra-articulair
FAIR sign0,880,83BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees04.01.2012
Trendelenburg test0,55-0,730,70-0,77BekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees04.01.2012
Thomas test0,89BekijkBekijkBekijkBekijkLeesBekijkLees04.01.2012
Specificiteit

Een test met een hoge specificiteit kan goed gebruikt worden om met grote zekerheid een ziekte/aandoending aan te tonen.

Een score van 80% is hetzelfde als een score van 0.80. In de literatuur wordt een score boven de 70% of 0.70 gezien als sterk, indien een test daaronder scoort wordt dit gezien al zwak. 

 

conditie aanwezig

conditie afwezig

test positief

A (Echt positieven, terecht alarm)

B (Foutpositief, loos alarm)

test negatief

C (Foutnegatief, gemiste gevallen)

D (Echt negatieven, terecht verworpen)

Specificiteit wordt berekend met de formule:  D/(D+B) = 0.0 – 1.0

                               ____Het aantal echt Negatieven____
Specificiteit =     aantal echt Negatieven + aantal fout Positieven

De uitkomst, die gelegen is tussen 0.0 en 1.0 wordt met 100 vermenigvuldigd zodat de maten in een percentage kunnen worden uitgedrukt.

Specificiteit is het aantal “terecht negatieve uitslagen” onder de niet zieke personen (vergeleken met een gouden standaard). Hoe hoger de specificiteit van een test, hoe groter de kans dat iemand met een positieve testuitslag daadwerkelijk de ziekte heeft. Dit wordt vaak verkeerd geinterpreteerd. Stel een test is 100% specifiek. Je weet dan dat ALLE mensen die een ziekte NIET hebben negatief op de test scoren. Je zou dan kunnen zeggen dat je goed kunt uitsluiten. Maar je weet niet hoeveel mensen die de ziekt wel hebben OOK negatief scoren (vals negatief, zie C in tabel). Dus weet je niet of IEDEREEN bij een negatieve uitslag de ziekte NIET heeft. Dus niet geschikt om uit te sluiten. Je weet echter wel dat IEDEREEN die de ziekte niet heeft een negatieve testuitslag moet hebben. Dus als bij een patient de test positief is, dan moet die patient de ziekte wel hebben (vals positief komt immers niet voor).

Een ezelsbruggetje is SPin en SNout: Hoge SPeciviciteit rules IN! hoge SeNsitiviteit rules OUT!

Close




Fysiostart informatie

copyright © 2015 fysiostart