= Er is sterk positief bewijs | = Er is geen, te weinig, zwak, sterk neutraal en/of tegenstrijdig bewijs | = Er is sterk negatief bewijs | |||
Klik op de links voor meer uitleg, conclusies van de auteurs, gebruikte literatuur en methodologische kwaliteit van de literatuur |
Beschrijving:
Bij het Cluster van Laslett met 5 tests worden de tests in deze volgorde uitgevoerd:
Distraction Test, Tight Thrust, Compression Test, Sacral Thrust, Gaenslens Test.
Bij drie positieve testen wordt de verdere testprocedure gestopt.
Voor de beschrijving van de enkele testen zie "SI-provocatietests" bovenaan deze pagina.
Onderbouwing:
Bij drie positieve tests is de verhouding tussen sensitiviteit en specificiteit het hoogste, zodat hiermee het meest betrouwbare resultaat bereikt kan worden (zie voor alle getallen: Szadek, 2009 of Laslett, 2003).
De volgorde van de tests werd bepaald door de validiteit van de losse testen. Distraction test bleek van deze testen de hoogste specificiteit te hebben, de Tight Thrust de hoogste sensitiviteit (zie resultaten van enkele tests bovenaan deze site). Deze worden daarom het eerste toegepast. Daarna volgen de Compression Test en de Sacral Thrust.
Positieve tests:
Als de patiënt bij drie testen de bekende symptomen in de SI-regio onder L5 waarneemt wordt het cluster als positief beschouwd. Er is bewijs dat er dan daadwerkelijk sprake is van SI-betrokkenheid.
Bronnen:
van der Wurff, P., Szadek, K. M., van Tulder, M. W., Zuurmond, W. W., & Perez, R. S. G. M. (2009). Diagnostic validity of criteria for sacroiliac joint pain: A systematic review. Journal of Pain, 10(4) doi: 10.1016/j.jpain.2008.09.014