= Er is sterk positief bewijs | = Er is geen, te weinig, zwak, sterk neutraal en/of tegenstrijdig bewijs | = Er is sterk negatief bewijs | |||
Klik op de links voor meer uitleg, conclusies van de auteurs, gebruikte literatuur en methodologische kwaliteit van de literatuur |
Beschrijving: Patiënt ligt op de buik. Therapeut pakt aan beide enkels vast, de knieën worden passief gebogen tot 90°. Been lengte wordt vergeleken door de linker en rechter voetzool in buiklig en in de geflekteerde positie te beoordelen. Als er geen relatief verschil tussen deze posities optreedt is de test negatief, positief als er wel een verschil te zien is.
Onderbouwing: Als een been korter lijkt met gestrekte knieën en “langer blijkt te worden” als het knie gebogen wordt, wordt een posteriore rotatie in SIG veronderstelt.
Positive test: Relatief lengteverschil tussen gestrekte en gebogen positie, te zien aan de hielen.