= Er is sterk positief bewijs | = Er is geen, te weinig, zwak, sterk neutraal en/of tegenstrijdig bewijs | = Er is sterk negatief bewijs | |||
Klik op de links voor meer uitleg, conclusies van de auteurs, gebruikte literatuur en methodologische kwaliteit van de literatuur |
Beschrijving: De therapeut palpeerd beide SIPS, terwijl de patiënt staat. De patient wordt vervolgens gevraagd naar voren te buigen (“probeerd u maar de grond aan te raken, terwijl de benen recht blijven”). De therapeut kijkt of bijde SIPS symmetrisch bewegen of dat een SIPS verder naar craniaal beweegt (positive test).
Onderbouwing: Een positive test, wordt veroorzaakt door een verminderde bewegingsmogelijkheid van het ilium tov het sacrum en daardoor een verminderde SIG beweging aan de kant van de SIPS. In plaats van een lichte speling te hebben in het SIG, bewegen sacrum en ilium gelijktijdig gelijk mee bij de beweging, waardoor de SIPS verder craniaal uitkomt dan bij de niet aangedane zijde.
Positive test: Aan de aangedane zijde beweegt de SIPS verder naar cranial dan aan de niet aangedane zijde.