= Er is sterk positief bewijs | = Er is geen, te weinig, zwak, sterk neutraal en/of tegenstrijdig bewijs | = Er is sterk negatief bewijs | |||
Klik op de links voor meer uitleg, conclusies van de auteurs, gebruikte literatuur en methodologische kwaliteit van de literatuur |
Beschrijving:
De patient ligt op de zij met heupen in 45° en knieën in 90° geflekteerd. De therapeut oefent een vertikale druk uit op de crista iliaca. Deze druk wordt gelijdelijk opgevoerd en tot aan 20sec vast gehouden. Treden de bekende klachten op, wordt de test afgebroken.
De test wordt vervolgens herhaald met de patiënt liggend op zijn andere zij.
Onderbouwing:
Hiermee worden de posteriore ligamenten van het sacroiliace gewricht op rek gebracht.
Positive test:
Patiënt ervaart herkenbare pijn aan het posteriore gedeelte van het SIG.
Bronnen:
Laslett, M., McDonald, B., Tropp, H., Aprill, C. N., & Öberg, B. (2005). Agreement between diagnoses reached by clinical examination and available reference standards: A prospective study of 216 patients with lumbopelvic pain. BMC Musculoskeletal Disorders, 6(28)
Kokmeyer, D., van der Wurff, P., Aufdemkampe, G., & Fickenscher, T. (2002). The reliability of multitest regimens with sacroiliac pain provocation tests. Journal of Maniplulative and Physiological Therapeutics, 25(1)
Magee, D. (Ed.). (2008). Orthopedic physical assessment (5th ed.). St.Louis: Saunders-Elsevier.