= Er is sterk positief bewijs | = Er is geen, te weinig, zwak, sterk neutraal en/of tegenstrijdig bewijs | = Er is sterk negatief bewijs | |||
Klik op de links voor meer uitleg, conclusies van de auteurs, gebruikte literatuur en methodologische kwaliteit van de literatuur |
Test beschrijving
De patiënt ligt op zijn rug aan de zijkant van een tafel met de aangedane extremiteit aan de kant van de fysiotherapeut. De fysiotherapeut houdt de knie in 30° flexie over de zijkant van de tafel. De fysiotherapeut pakt met één hand de laterale zijde van de knie vast en met zijn andere hand de enkel. Vervolgens geeft de therapeut met beide handen een lichte druk waardoor de mediale zijde van de knie op rek komt te staan. De test moet ook worden uitgevoerd in volledige extensie van de knie.
Theoretische onderbouwing
Bij het uitvoeren van de test op 30° is de Mediale Collaterale Ligament de primaire stabilisator, samen met het gewrichtskapsel. Bij het uitvoeren van de test op 0° wordt zowel het Mediale Collaterale Ligament als het gewrichtskapsel en de voorste en achterste kruisbanden getest.
Positieve test
Wanneer er een merkbare grotere abductie mogelijk is vergeleken met het goede been dan is de test positief.
Bronnen:
- Hughston, J. C., Andrews, J. R., Cross, M. J., & Moschi, A. (1976). Classification of knee ligament instabilities. part I. the medial compartment and cruciate ligaments. The Journal of Bone and Joint Surgery.American Volume, 58(2), 159-172.
- Malanga, G. A., Andrus, S., Nadler, S. F., & McLean, J. (2003). Physical examination of the knee: A review of the original test description and scientific validity of common orthopedic tests. Archives of Physical Medicine and Rehabilitation, 84(4), 592-603.